Hoewel een scheiding bij de kapper het goedkoopst is, word ik met regelmaat benaderd met verzoeken om rechtsbijstand bij een echtscheiding en vragen over alimentatie. 

Een echtscheiding komt tot stand door een beschikking van de rechter en wordt uitgesproken op verzoek van één der echtgenoten of op hun gemeenschappelijk verzoek. Als partijen niet meer in hoger beroep kunnen komen tegen de beschikking van de rechter, is de beschikking in kracht van gewijsde gegaan. Een beschikking die in kracht van gewijsde is gegaan moet binnen zes maanden worden ingeschreven in de registers van Kranshi (de burgerlijke stand). Als tijdige inschrijving bij Kranshi achterwege gelaten wordt, is er nog steeds sprake van een huwelijk, zo volgt uit de wet. De echtscheidingsbeschikking moet aan de huwelijksakte bevestigd zijn, wil deze van kracht zijn. 

De ontbinding van een huwelijk door echtscheiding brengt niet alleen emoties maar ook rechtsgevolgen met zich mee. In boek 1 van het Burgerlijk Wetboek zijn diverse bepalingen omtrent de rechtsgevolgen van een echtscheiding te vinden. Een belangrijk en veelbesproken rechtsgevolg van de echtscheiding is de alimentatie. Alimentatie is een bijdrage in de kosten van het levensonderhoud van een bepaald persoon of van bepaalde personen. In ons recht kennen wij daar twee soorten van, namelijk kinderalimentatie en partneralimentatie. In dit artikel zal ik mij beperken tot kinderalimentatie en het onderwerp partneralimentatie zal in een volgend artikel aan bod komen. De verplichting die tijdens het huwelijk voor beide ouders gold, namelijk de plicht om de kinderen op te voeden en te verzorgen en na hun achttiende levensjaar te voorzien van levensonderhoud voor hun studie, blijft na de ontbinding van het huwelijk – de echtscheiding – bestaan. In de meeste gevallen zal de ouder die niet dagelijks voor de kinderen zorgt na de echtscheiding een omgangsregeling met de kinderen hebben en kinderalimentatie moeten betalen aan de verzorgende ouder. 

Ook de verwekker van een kind dat alleen een moeder heeft, alsmede de man die als levensgezel van de moeder ingestemd heeft met een daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad, is als ware hij ouder verplicht tot het voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding en/of levensonderhoud en studie van hun minder- en meerderjarige kinderen die de leeftijd van eenentwintig jaren nog niet hebben bereikt. 

De wettelijke maatstaven voor de bepaling van kinderalimentatie zijn de behoefte van de kinderen en de draagkracht van de ouders. Partijen moeten naar rato van hun draagkracht bijdragen in behoefte van de kinderen. 

Als de behoefte van het kind niet kan worden vastgesteld door het gerecht, kan het gerecht de behoefte van het kind forfaitair vaststellen. Voor de forfaitaire berekening van de behoefte van het kind gaat het gerecht uit van 15 procent van het gezamenlijk netto besteedbaar inkomen (NBI). Bij de berekening van de draagkracht neemt het gerecht het NBI als uitgangspunt. Dit inkomen bestaat uit het bruto- inkomen verminderd met de daarover verschuldigde of ingehouden premies en belasting. Van dit inkomen gaan de volgende lasten af: een redelijke netto woonlast van 30 procent van het NBI, het bestaansminimum van 1036,00 gulden (zoals afgeleid uit het rapport ‘Berekening van de armoede-grens voor Curaçao’ van 17 oktober 2008 en de ‘Povertyline Curaçao by type of Household (ANG per month)’, geïndexeerd tot en met 2017) en eventuele andere niet verwijtbare en niet vermijdbare lasten (bijvoorbeeld studieschuld DUO, aflossing geldlening die is aangegaan voor aanschaf van een auto en dergelijke). De netto woonlast, het bestaansminimum en de eventuele andere relevante lasten worden samen het draagkrachtloos inkomen genoemd (het deel van het inkomen dat geen draagkracht oplevert). Het verschil tussen inkomen en draagkrachtloos inkomen wordt draagkrachtruimte genoemd. 

Bij een positieve draagkrachtruimte wordt de onderhoudsplichtige in beginsel in staat geacht om kinderalimentatie te betalen. Van de gevonden draagkrachtruimte wordt slechts 70 procent bestempeld als draagkracht. Deze draagkracht vormt het bedrag dat een onderhoudsplichtige wordt geacht te kun-nen missen ten behoeve van de onderhoudsgerechtigde. De beschikbare draagkracht wordt aldus vastgesteld volgens de formule 70%[NBI – (0,3 NBI + NAf 1.036,00 + eventuele niet verwijtbare niet vermijdbare lasten)]. 

Als de gezamenlijke draagkracht van partijen fors minder is dan de behoefte van de kin-deren kan de rechter bepalen dat er geen draagkrachtvergelijking gemaakt hoeft te worden en dat partijen conform hun draagkracht in de behoefte van de minderjarigen dienen bij te dragen. De behoefte van de minderjarige kan ook naar rato over partijen worden verdeeld aan de hand van de formule: [draagkracht / gezamenlijke draagkracht x behoefte]. Hiervan is bijvoorbeeld sprake indien de gezamenlijke beschikbare draagkracht hoger is dan de maandelijkse behoefte van de minderjarige. 

Bij de berekening van de draagkracht van de alimentatieplichtige kan het voorkomen dat het gerecht rekening houdt met de verdiencapaciteit van een der partijen. Van partijen mag worden verwacht dat hun verdiencapaciteit ten volle wordt benut. Het is dus mogelijk dat het gerecht van oordeel is dat een der partijen in staat moet worden geacht om een bepaald netto-inkomen te verdienen. Met dat fictieve inkomen kan het gerecht rekening houden bij het bepalen van de draagkracht. 

Als een van de partijen gemiddeld twee dagen per week de zorg heeft voor de minderjarige kan deze partij verzoeken om een zorgkorting. De zorgkorting kan bijvoorbeeld 25 procent van de behoefte van de minderjarige bedragen. Dit bedrag kan in mindering worden gebracht op het berekende aandeel (van de om zorgkorting verzoekende partij) in de behoefte van de minderjarige. 

Het onderbouwen van de behoefte van de minderjarige geschiedt doorgaans aan de hand van een door de verzoekende partij overgelegd kostenoverzicht. Doorgaans zal het gerecht de opgevoerde kosten puntsgewijs bespreken. Het is dan ook van groot belang dat de behoefte van de minderjarige goed wordt onderbouwd. Ook de draagkracht en de niet verwijtbare en niet vermijdbare lasten verdienen de nodige aandacht. Het is belangrijk dat u de juiste argumenten gebruikt om een verzoek om kinderalimentatie te onderbouwen. Wij helpen u daar graag bij.