Deze maand is het vier jaar geleden dat ik de deuren van mijn eigen advocatenkantoor opende, aldus een melding van het sociale mediaplatform LinkedIn. Zonder die melding was dit heugelijke feit ongetwijfeld compleet aan mij voorbijgegaan. Het is namelijk de drukste periode van het jaar op kantoor. Met de zomervakantie achter ons en de kerstvakantie in het vizier, valt het op dat in mijn praktijk het aantal vragen toeneemt over vervangende toestemming om naar het buitenland af te reizen of te verhuizen. 

De minderjarige die zonder begeleiding óf juist met begeleiding van één (van de twee) gezaghoudende ouders naar het buitenland reist, moet aantonen dat er toestemming voor de reis gegeven is door de (andere) gezaghebbende ouder(s). Als de minderjarige één in plaats van twee gezaghoudende ouders heeft, is natuurlijk slechts toestemming vereist van de (enige) gezaghoudende ouder. Het is in dat geval handig om een uittreksel van Kranshi en/of een uittreksel uit het gezagsregister bij de hand te hebben om bij een (grens)controle aan te kunnen tonen dat er sprake is van één in plaats van twee gezaghoudende ouders. Als u met de minderjarige(n) naar het buitenland wilt reizen of verhuizen, maar daartoe geen toestemming krijgt van de andere gezaghoudende ouder, kunt u zich wenden tot de burgerlijke rechter die in geschillen over gezamenlijke uitoefening van het gezag, een zodanige beslissing neemt als hem/ haar in het belang van de kinderen wenselijk voorkomt. Dat leest u goed, de rechter stelt het belang van de kinderen en niet (van een) van de ouders voorop. Dat neemt niet weg dat, afhankelijk van alle omstandigheden van het geval, andere belangen zwaarder kunnen wegen. Zo wendde zich vorig jaar een op Aruba wonende moeder tot het Gerecht met het verzoek om vervangende toestemming om ongeveer negen dagen met haar minderjarige op vakantie naar de Dominicaanse Republiek te gaan. Het Gerecht oordeelde dat de moeder voldoende belang bij haar verzoek had en dat zij voldoende had aangetoond dat zij de nodige inspanningen had verricht om toestemming van de vader van de minderjarige te krijgen om naar het buitenland af te reizen. De vader wilde echter geen toestemming verlenen. Het Gerecht zag geen aanleiding om aan te nemen dat er enig gevaar bestond dat de moeder de minderjarige aan het gezag zou onttrekken en niet naar Aruba zou terugkeren, en verleende toestemming aan de moeder om voor de verzochte periode naar het buitenland af te reizen. 

Een op Aruba wonende moeder die zich begin dit jaar tot het Arubaanse Gerecht wendde met het spoedeisende verzoek in kort geding om vervangende toestemming om met de minderjarige naar New York te verhuizen, had minder geluk. De vader van de minderjarige diende een tegenvordering in die eruit bestond dat hij voortaan alleen met het gezag over de minderjarige belast werd. Omdat dit een spoedeisende procedure betrof moest aan de hand van de door partijen gepresenteerde stellingen, zonder nader onderzoek en bewijslevering, door de rechter worden beoordeeld of de vorderingen in een eventuele bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben dat vooruitlopend daarop toewijzing van de gevraagde voorziening gerechtvaardigd is. 

Bij de door de rechter gemaakte belangenafweging nam de rechter alle relevante omstandigheden in acht waaronder, doch niet beperkt tot de noodzaak om te emigreren, de mate waarin de emigratie doordacht en voorbereid was, de door de emigrerende ouder geboden alternatieven en maatregelen om de gevolgen voor de emigratie en de andere ouder te verzachten en/of te compenseren, de mate waarin de ouders in staat zijn tot onderlinge communicatie en overleg, verdeling van de zorgtaken en de continuïteit van de zorg, de frequentie van het contact tussen de minderjarige en de andere ouder voor en na de verhuizing, de leeftijd van de minderjarige, hun mening en de mate waarin de minderjarige geworteld is in zijn omgeving of juist gewend is aan verhuizingen, de extra kosten van de omgang na emigratie. 

De Arubaanse moeder die met de minderjarige naar New York wilde verhuizen kreeg daartoe echter geen vervangende toestemming. Het verzoek om eenhoofdig gezag van de vader werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het verzoek zich niet leent voor behandeling in kort geding. Hoewel het Gerecht de wens en de belangen van de moeder om naar New York te verhuizen begrijpt – de moeder kon op Aruba geen werk vinden en had wél een baan gevonden in New York alwaar haar ouders wonen die in staat zijn om de moeder en de minderjarige (financieel) te ondersteunen waar nodig – is het Gerecht van mening dat de belangen van de moeder minder zwaar dienen te wegen dan de belangen van de minderjarige bij het in stand laten van diens huidige woonsituatie op Aruba. Hoewel de moeder aldus het Arubaanse Gerecht vrij is om haar leven naar eigen goeddunken in te richten en haar woonplaats te kiezen, wordt die vrijheid begrensd door de belangen van de minderjarige, die niet onaanvaardbaar in het gedrang mogen komen. De minderjarige woonde vrijwel zijn hele leven op Aruba, is aldaar geworteld en diens gehele sociale leven speelde zich op Aruba af alwaar de minderjarige ook naar school gaat. Het Gerecht was van oordeel dat er sprake is van een onredelijke aantasting van de belangen van de minderjarige als de moeder met de minderjarige naar het buitenland verhuist. Dat de minderjarige voldoende veerkrachtig is om een verhuizing en wisseling van school aan te kunnen, maakte het voorgaande aldus het Gerecht niet anders. Er werd daarbij onbetwist gesteld dat de minderjarige zeer gehecht is aan de vader en aan de familie aan de kant van de vader, en dat de vader altijd goed heeft gezorgd voor de minderjarige. Het valt dan ook niet in te zien waarom het voor de minderjarige beter zal zijn om naar New York te verhuizen in plaats van op Aruba te blijven wonen nu niet in geschil is dat de minderjarige zich als vijfjarige gezond en leeftijdsadequaat ontwikkelt. De moeder had overigens niet, althans niet voldoende, onderbouwd waarom haar wens om samen met de minderjarige naar New York te verhuizen zwaarder dient te wegen dan het belang van de vader en de minderjarige bij onverminderd fysiek contact met elkaar. Contact houden via Facetime achtte het Gerecht onvoldoende alternatief voor de gevolgen die de verhuizing heeft op de omgang tussen vader en kind. 

Het is van groot belang om, bij een verzoek om vervangende toestemming om met een minderjarige naar het buitenland te reizen, tijdig de juiste voorbereidingen te treffen, het verzoek om vervangende toestemming goed te motiveren en te zorgen voor geschikte communicatie- en alternatieve omgangs-mogelijkheden tussen de minderjarige en de andere ouder. 

Als u de wens koestert om met uw minderjarige naar het buitenland te reizen en daartoe geen toestemming krijgt van de andere ouder, óf als u tegen uw zin geconfronteerd wordt met een verzoek om toestemming voor een verhuizing of reis naar het buitenland van de andere ge-zag houdende ouder van uw minderjarige kind, kunt u contact met mij opnemen via eisden@true-lawyers.com. Ik neem uw specifieke omstandigheden en wensen graag met u door waarna wij samen naar een geschikte oplossing toewerken.