Voor een uittreksel uit het Gezagsregister moet een aanvraagformulier ingevuld en ingediend worden bij de griffie van het Gerecht in Eerste Aanleg alwaar een openbaar register door de griffier wordt bijgehouden waarin rechtsfeiten worden aangetekend met betrekking tot gezagsuitoefening van op Curaçao geboren minderjarigen. Bij het aanvraagformulier moeten enkele documenten gevoegd worden, waaronder een uittreksel van de registers van de burgerlijke stand, een geboorteakte van de minderjarige en een geldig identificatiebewijs van de aanvragende ouder.
Minderjarigen staan van rechtswege onder gezag als zij geboren worden gedurende het huwelijk of geregistreerd partnerschap. Als de moeder ten tijde van de geboorte niet gehuwd is en geen geregistreerd partnerschap heeft, staan minderjarigen van rechtswege alleen onder het gezag van de moeder. Gezamenlijk gezag kan zonder tussenkomst van de rechter verkregen worden door op beider verzoek het gezag te laten aantekenen in het Gezagsregister ter griffie van het Gerecht in Eerste Aanleg.
De rechter kan op verzoek van de ouders of één van hen bepalen dat het gezag over een kind aan één van hen toekomt als er bijvoorbeeld een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering komt of als wijziging van het gezag anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is.
In de praktijk komt het voor dat gezamenlijk gezag over een minderjarige beëindigd wordt en dat één van de ouders met het eenhoofdig gezag moet worden belast. Zo diende ik het afgelopen jaar namens een ouder van een minderjarige een echtscheidingsverzoek in, alsmede het verzoek aan de rechter om de man alleen te belasten met het gezag over de minderjarige. De rechter oordeelde uiteindelijk dat dit verzoek toewijsbaar was nu wijziging van het gezag in het belang van het kind wenselijk was. De Voogdijraad was het met de rechter eens en als reden werd aangedragen dat de opvoeding en verzorging van de minderjarige al gedurende een behoorlijk aantal jaren feitelijk door de man alleen geschiedde en de vrouw daarbij amper betrokken was. De man zag zich geconfronteerd met situaties waarin hij niet met de moeder kon overleggen over de minderjarige en dat hij alle beslissingen over de minderjarige alleen moest nemen. Bovendien ondervond hij problemen als hij beslissingen moest nemen waarbij de toestemming van de moeder vereist was. Zo had de vader last van het ontbreken van toestemming van de moeder op het moment dat hij met de minderjarige naar het buitenland wilde reizen.
Het voorgaande laat onverlet dat het uitgangspunt van de wetgever is dat het gezamenlijk gezag na een echtscheiding gewoon doorloopt. Dat neemt niet weg dat het in bepaalde gevallen noodzakelijk is dat slechts één van de ouders na de scheiding het ouderlijk gezag uitoefent. Omdat voortzetting van het gezamenlijk gezag het uitgangspunt is, zal op de ouder die verzoekt alleen met het gezag te worden belast, een motiveringsplicht rusten. In een recente (en vergelijkbare) uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, eind januari 2022, oordeelde de rechter in een vergelijkbare zaak, waarbij de gezagdragende ouders eveneens al enkele jaren nauwelijks contact hadden, dat de minimaal noodzakelijke basis voor gezamenlijk gezag van de ouders ontbrak. Daarmee ontstaat, aldus de rechter, het risico dat bepaalde beslissingen over het kind, bijvoorbeeld schoolkeuze of medisch handelen, niet in het vereiste tempo genomen zouden kunnen worden. Bovendien stipte de rechtbank aan dat er geen aanwijzingen waren dat partijen in de nabije toekomst wel weer op ouderniveau met elkaar konden overleggen over het kind omdat de vader al geruime tijd onbereikbaar was.
Het verzoek om eenhoofdig gezag wordt uiteraard niet in alle gevallen toegewezen. Zo kwam het Gerechtshof ‘s Hertogenbosch onlangs tot de conclusie dat niet was komen vast te staan dat de vader niet meewerkt aan het nemen van beslissingen. Het Hof overwoog eerst dat gezamenlijke uitoefening van het gezag vereist dat de ouders het mogelijk maken dat beslissingen over de verzorging en opvoeding van het kind tot stand komen op een wijze die niet belastend is voor het kind en zijn veiligheid niet in gevaar brengt. In het geval ouders niet (meer) samenleven en moeizaam of niet met elkaar communiceren is het van belang dat, waar nodig, de verzorgende ouder die beslissingen kan nemen die voor het dagelijkse leven en de veiligheid van (spoedeisend) belang zijn voor het kind en dat de niet-verzorgende ouder deze beslissingen niet blokkeert. Het Hof oordeelde uiteindelijk dat er geen wijziging diende plaats te vinden in het gezamenlijke ouderlijk gezag. Toewijzing van het verzoek zou het negatieve vaderbeeld dat de minderjarige had alleen maar bevestigen en dit is niet in het belang van de minderjarige. Het Hof gaf de ouders wel in dringende overweging hulpverlening te zoeken voor de verbetering van de oudercommunicatie in het belang van de minderjarige.
Als u vragen heeft over het (ouderlijk)gezag of als u geconfronteerd wordt met een verzoek om eenhoofdig gezag, dan kunt u gerust contact met mij opnemen. Ik zal dan samen met u nagaan welke stappen tot het gewenste resultaat zullen leiden.