Binnen vijf dagen na de geboorte van onze jongste spruit begaven wij ons onlangs naar het levendige Otrobanda waar Publieke Zaken (‘Kranshi’) gevestigd is. U raadt het al, wij moesten onze kakelverse zoon ‘uppen’ zoals men dat hier in de volksmond noemt. Het is namelijk wettelijk verplicht om aangifte te doen van levensgebeurtenissen die op Curaçao hebben plaatsgevonden, zoals huwelijk, overlijden, echtscheiding en geboorte.

Zodoende werd het ritje naar Kranshi ons eerste uitje met de baby ondanks het feit dat ik fysiek nog in de kreukels van de bevalling lag. Onderweg bespraken wij enkele juridische gevolgen van de geboorteaangifte en de erkenning, waaronder het recht op een voor- en achternaam, het ontstaan van een juridische band (familierechtelijke betrekking) en de onderhoudsplicht.

Eenmaal aangekomen bij Kranshi mochten wij tot mijn grote opluchting meteen doorlopen en plaatsnemen op een bankje in de koele zaal bij de aangifte-loketten. Terwijl wij op onze beurt aan het wachten waren, besloot ik met behulp van mijn mobiele telefoon wat jurisprudentie door te nemen en toen wij aan de beurt waren was ik nét aan het gniffelen om wat ‘schaamnamen’ zoals ‘Yvette Kip’, ‘Constant Lam’, ‘Henny Spekken-Bonen’ en ‘Connie Comen’.
Wij namen plaats bij het loket van de ambtenaar van de burgerlijke stand en gaven met gepaste trots de naam en de geslachtsnaam van onze zoon op. Terwijl de door ons opgesomde gegevens nauwkeurig door de ambtenaar werden opgetekend, dwaalden mijn gedachten af naar het scenario waarin onze zoon zich in de toekomst niet zou kunnen vinden in de door ons voor hem gekozen namen. Ik bedacht me meteen dat hij in dat geval een beroep zou kunnen doen op artikel 7 van boek 1 van ons Burgerlijk Wetboek op grond waarvan de geslachtsnaam van een persoon, op zijn verzoek of op verzoek van zijn wettelijk vertegenwoordiger, bij landsbesluit kan worden gewijzigd. Op grond van het vierde lid van artikel 4 van boek 1 BW kan de voornaam van een persoon op zijn verzoek of op verzoek van zijn wettelijk vertegenwoordiger door de rechtbank worden gelast.

Voor de toewijzing van een verzoek tot voornaamswijziging is allereerst vereist dat de betrokken persoon een zodanig zwaarwichtig belang heeft bij de verzochte wijziging, dat dit belang dient te prevaleren boven het algemeen belang dat namen zoals vermeld in de registers van de burgerlijke stand zo veel mogelijk ongewijzigd blijven.
In de wet staat niet uitgewerkt wanneer er sprake is van een zwaarwegend belang, maar in de rechtspraak zijn bepaalde gevallen als zwaarwegend aangemerkt. Denk bijvoorbeeld aan het geval waarin er een kennelijke schrijffout in de naam op de geboorteakte staat, de voornaam in combinatie met de achternaam bespottelijk is of als iemand om bijzondere redenen negatieve associaties heeft bij zijn naam. De ambtenaar van de burgerlijke stand kan trouwens weigeren een voornaam op te nemen in de geboorteakte als die bijvoorbeeld ongepast is. Het verzoek voor het wijzigen van een voornaam van een minderjarig kind moet worden ingediend door de wettelijk vertegenwoordigers. Als één van de gezaghebbende ouders het er niet mee eens is, dan kan de andere ouder toch het verzoek laten indienen en de rechtbank tegelijk verzoeken om vervangende toestemming te geven. Als de andere ouder geen gezag heeft over het kind, dan is diens toestemming niet nodig. De rechter merkt trouwens ouders die geen gezag hebben als belanghebbenden aan en worden opgeroepen voor een zitting over een verzoek. Ook kunnen zij een verweerschrift indienen. Ook minderjarigen van twaalf jaar en ouder kunnen opgeroepen en gehoord worden voor een zitting. Het wetsartikel 1:253a BW vormt voor de rechter een zelfstandig toetsingskader en de rechter behoort een zodanige beslissing te nemen als hem in het belang van het kind wenselijk voorkomt. Als de rechter het verzoek tot voornaamswijziging toewijst, ontvangt de ambtenaar van de burgerlijke stand de opdracht om een pagina toe te voegen aan de geboorteakte waarop de vermelding van de wijziging van de voornaam staat.

Kortom, voor een verzoek om wijziging van de voornaam moet men bij de rechter zijn en in de gevallen waarin men een verzoek om wijziging van de geslachtsnaam verlangt, moet het verzoek gericht zijn aan (het Kabinet van) de Gouverneur van Curaçao. U dient uw adresgegevens, telefoonnummer en eventueel een e-mailadres op het verzoek te vermelden. U moet een uittreksel van het geboorteregister toevoegen waarop de namen van de ouders van de betrokkene vermeld staan. Tevens moet u een bewijs van inschrijving bij Kranshi en een kopie van een geldig identiteitsbewijs bij het verzoek toevoegen. De reden waarom een naamswijziging wordt gevraagd moet gemotiveerd worden en als het verzoek van een minderjarige afkomstig is, moet een kopie van de identiteitsbewijzen van beide ouders worden bijgevoegd. Het verzoek om naamswijziging kan per post, persoonlijk bij de receptie of via de mailbox (kabinet@kgcur.org) worden ingediend. Degene die een verzoek om naamswijziging indient, moet wel over een lange adem beschikken aangezien de procedure minstens een jaar duurt. Bij het verzoek tot naamswijziging zijn drie hoofdinstanties betrokken. De betrokken instanties bij een naamswijziging zijn niet alleen het Kabinet van de Gouverneur, maar ook het Parket van de Procureur-Generaal en het ministerie van Justitie. Als het verzoek de naamswijziging van een minderjarige betreft, zal het ministerie van Justitie ook de Voogdijraad en GVI Curaçao (Gezinsvoogdij Instelling) bij de procedure betrekken. Daarnaast zullen beide ouders opgeroepen worden voor verhoor (dit geschiedt digitaal).

Neem gerust contact met mij op via het e-mailadres eisden@true-lawyers.com als u meer wilt weten over het verzoek om wijziging van een geslachts- en/of voornaam.