Het medisch beroepsgeheim is in diverse wettelijke bepalingen geregeld, die in de praktijk helaas niet altijd een eenduidig antwoord geven. Dit duidelijke antwoord zal ik u ook nu verschuldigd blijven. Daarvoor is het bestek van dit artikel te beperkt. Wel zal ik proberen enig licht te schijnen op dit onderwerp, waarmee u als hulpverlener, familielid of nabestaande mee uit de voeten kunt.
Een huisarts of medisch specialist (‘hulpverlener’) is verplicht een dossier bij te houden van gegevens over de gezondheid van een patiënt en de uitgevoerde behandelingen. De hulpverlener moet alle gegevens in dit dossier opnemen, die voor een goede hulpverlening aan zijn patiënt noodzakelijk zijn. Op dit dossier rust het medisch beroepsgeheim. Het medisch beroepsgeheim strekt zo ver, dat de hulpverlener altijd zorgvuldig moet beoordelen of hij medische gegevens uit een dossier aan anderen kan verstrekken, zelfs wanneer de patiënt daar zelf om vraagt of voor de afgifte van medische gegevens toestemming heeft gegeven.
Enkele voorbeelden uit de praktijk: Niet zelden worden nabestaanden door een verzekeraar verzocht een doktersverklaring te overhandigen betreffende de gezondheidstoestand en doodsoorzaak van een overledene. Vanwege het medisch beroepsgeheim kan dergelijke informatie niet zomaar worden verstrekt. Ook niet aan het familielid van de overledene, dat voorafgaand aan het overlijden intensief bij de zorgverlening van de overledene was betrokken.
Aan elke nabestaande en hulpverlener luidt het advies dergelijke informatie nooit zomaar af te geven. De hulpverlener moet per geval altijd eerst een zorgvuldige belangenafweging maken om te kunnen beoordelen of bepaalde medische gegevens mogen worden afgegeven. Afgifte van medische gegevens levert namelijk direct een inbreuk op het medisch beroepsgeheim op en dit is slechts onder zeer bijzondere omstandigheden of bij zwaarwegende belangen toegestaan.
Zo wilden de ouders van een dochter die zelfmoord had gepleegd, een kopie ontvangen van het medisch dossier van haar hulpverleners. De ouders wilden onderzoeken of de zelfmoordpoging voorkomen had kunnen worden en of er aldus een fout was gemaakt door de hulpverlener(s). Dit verzoek is door de rechter afgewezen. De dochter was meerderjarig en had bij leven benadrukt dat haar ouders niet bij haar medische behandeling betrokken mochten worden. Het verweer van de ouders dat zij een goede relatie hadden met hun dochter en dat dit onderzoek ook door haar zou zijn gewild, was onvoldoende. Volgens de rechter leidde een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden van deze casus en de strekking van het medisch beroepsgeheim tot de conclusie dat de verzochte medische gegevens niet aan de ouders mochten worden afgegeven.
In een andere casus, waarin een erfgenaam zich geconfronteerd zag met een beroep op vernietiging van het testament van haar oom, heeft de rechter anders beslist. Niet vanwege de belangen van de erfgenaam of het feit dat zij gedurende het ziekbed van haar oom als zijn verzorger en mentor handelde, maar vanwege het belang om te kunnen beoordelen of haar oom tijdens het opmaken van zijn testament in staat was geweest zijn eigen wil te bepalen, zodat beoordeeld kon worden of het testament in stand kon blijven of vernietigd moest worden.
Het medisch beroepsgeheim dient door alle actoren goed begrepen en gekend te worden. Een hulpverlener moet altijd een zorgvuldige belangenafweging maken. En als verstrekking van medische informatie aan een derde, voor zijn patiënt of voor hun vertrouwensrelatie negatieve gevolgen kan hebben, moet afgifte van medische gegevens geweigerd worden.
In elk specifiek geval moet bezien worden of sprake is van zodanig zwaarwegende) belang(en) bij het verkrijgen van medische gegevens van een patiënt, dat het doorbreken van de geheimhoudingsplicht gerechtvaardigd is. Ook moet aannemelijk zijn dat alleen het medisch dossier daarover opheldering kan geven en dat deze ophel-dering niet op een andere manier kan worden verkregen.
In het voorbeeld van de ouders van de overleden dochter werd hun belang tot vergoeding van affectieschade, onder de omstandigheden zoals deze zich in die casus hadden voorgedaan, tegenover het belang van waarborging van het medisch beroepsgeheim als onvoldoende beoordeeld. In de casus over de rechtsgeldigheid van het testament, werd dat algemeen belang als meer zwaarwegend beschouwd dan het eigenbelang van de erfgenaam.
Het medisch beroepsgeheim dient de privacy van de patiënt, ook na diens overlijden. De patiënt moet zich vrij voelen om privézaken met zijn hulpverlener te delen. Of u het medisch beroepsgeheim moet waarborgen of juist medische gegevens van een derde wenst te verkrijgen, is goede kennis van dit onderwerp belangrijk.